Met pensioen en vakantiegeld: hoe zit dat?

Inleiding

Financiële planning speelt een cruciale rol in een zorgeloze oude dag. Een veelgestelde vraag hierbij is: hoe werkt vakantiegeld tijdens je pensioen? In je werkzame leven was je gewend jaarlijks in mei vakantiegeld te krijgen, meestal 8% van je brutoloon. Maar hoe gaat dat als je gepensioneerd bent? In dit artikel leggen we uit of en hoe je vakantiegeld ontvangt als gepensioneerde, en wat je kunt verwachten qua uitbetalingstermijn en bedrag.

Wat is vakantiegeld?

Vakantiegeld is een extra vergoeding – meestal circa 8% van je bruto jaarinkomen – bedoeld om vakantie-uitgaven te dekken. Werkenden in loondienst ontvangen dit vaak één keer per jaar (meestal in mei) naast het reguliere salaris. Als gepensioneerde heb je in principe ook recht op vakantiegeld, alleen de manier van uitbetalen kan anders zijn dan je gewend was tijdens je werkende leven.

Twee manieren van uitbetaling van vakantiegeld tijdens pensioen

Er zijn twee gebruikelijke manieren waarop je tijdens je pensioen vakantiegeld kunt ontvangen, afhankelijk van je pensioenuitvoerder:

Optie 1: Één keer per jaar vakantiegeld
Je krijgt twaalf keer per jaar je reguliere pensioenuitkering, plus één keer per jaar een aparte vakantiegeld-uitkering (vaak in mei, net als vroeger bij je salaris). Dit voelt dus vergelijkbaar met hoe je het gewend was toen je werkte: elke maand een vast bedrag en in mei een extra’s.

• Voordelen: Je krijgt een groter bedrag in één keer, wat handig kan zijn als je bijvoorbeeld in de zomer een grote uitgave of reis plant. Ook voelt het als een bonus, net zoals je gewend was tijdens je werkzame leven.
• Nadelen: Je moet zelf discipline hebben om dit grote bedrag goed te beheren. Bovendien zijn je overige maanduitkeringen iets lager dan ze zouden zijn als het vakantiegeld verspreid was, omdat er “ingehouden” wordt om die jaarlijkse uitkering te kunnen geven.

Optie 2: Maandelijkse uitbetaling van vakantiegeld
Je vakantiegeld wordt elke maand samen met je pensioenuitkering uitbetaald. Je ontvangt dus twaalf gelijke pensioenbedragen per jaar, zonder aparte extra uitkering in mei. Hierbij is je maandelijkse bedrag wat hoger dan bij optie 1 (omdat het vakantiegeld verdeeld is).

• Voordelen: Je krijgt elke maand een iets hoger inkomen, wat kan helpen om je uitgaven gelijkmatig te spreiden over het jaar. Je hoeft niet te wachten op mei voor het extraatje en je hoeft ook niet zelf jaarlijks een deel apart te zetten voor vakantie.
• Nadelen: Het vakantiegeld voelt minder “speciaal” omdat het niet als losse bonus komt. Je mist dat ene feestelijke moment in mei. Bovendien moet je, als je gewend was dat vakantiegeld voor je vakantie was, nu zelf in je begroting een bedrag voor vakantie reserveren, aangezien het al in je maandbedrag zit.

Nog geen AOW, wel pensioen

Stel, je bent met pensioen gegaan (bijvoorbeeld via een vroegpensioenregeling of eigen middelen) vóórdat je de AOW-leeftijd hebt bereikt. Je ontvangt dan al wel pensioenuitkeringen van je pensioenfonds of -verzekeraar, maar nog geen AOW. Heb je in deze fase recht op vakantiegeld? Ja, doorgaans wel. Hoeveel je krijgt en wanneer, hangt af van de regeling van jouw pensioenuitvoerder. Vaak keert een pensioenfonds vakantiegeld jaarlijks uit, maar het is verstandig dit na te vragen bij je pensioenfonds of -verzekeraar. Het bedrag is meestal vergelijkbaar met 8% van je jaarlijkse pensioenuitkering, maar de exacte berekening en uitbetalingstijdstip kunnen verschillen per uitvoerder.

Tip: Informeer bij je pensioenfonds hoe zij omgaan met vakantiegeld voordat je AOW ingaat, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Elk fonds hanteert eigen regels en het is prettig om te weten of je bijvoorbeeld in mei iets extra’s kunt verwachten.

Met AOW

Zodra je de AOW-leeftijd bereikt en AOW (Algemene Ouderdomswet-uitkering) ontvangt, krijg je ook over je AOW een vakantiegelduitkering. De Sociale Verzekeringsbank (SVB), die de AOW uitbetaalt, keert dit vakantiegeld één keer per jaar uit – meestal in de maand mei.

• Uitbetaling: Het AOW-vakantiegeld wordt berekend over de periode van mei tot en met april daarvoor en komt elk jaar in mei.
• Bedrag: De hoogte van dit vakantiegeld over je AOW hangt af van je AOW-situatie. Heb je een AOW voor alleenstaanden of voor samenwonenden? Krijg je volledige AOW of een deel (bij onvolledige AOW-opbouw)? Ook wordt er rekening gehouden met loonheffingskorting. In je AOW-specificatie kun je zien hoeveel vakantiegeld is opgebouwd.

Kortom: naast eventueel vakantiegeld via je pensioenfonds, krijg je in mei ook een vakantiegeldbedrag van de SVB over je AOW-uitkering.

Pensioenfonds versus pensioenverzekeraar

Even een stap opzij: er zijn verschillende manieren waarop je pensioen ontvangen wordt, die invloed kunnen hebben op vakantiegeld:

• Pensioenfonds: Dit is een collectieve pot (bijvoorbeeld van je branche of ex-werkgever) waaruit jouw pensioen komt. Pensioenfondsen keren vaak op een manier vergelijkbaar met salaris uit. Bij veel pensioenfondsen wordt vakantiegeld apart uitgekeerd (jaarlijks). Ze reserveren elke maand een stukje van je pensioen om in mei samen te voegen tot je vakantietoeslag. Het exacte beleid verschilt: sommige grote fondsen doen het maandelijks inclusief, maar meestal is het jaarlijks apart.
  Voorbeeld: ABP (groot pensioenfonds) keert pensioen 12x per jaar uit en in mei een extra vakantiegeld.
• Pensioenverzekeraar (ook wel lijfrente-uitkering van een verzekeraar): Dit is een individuele regeling, vaak via een verzekeraar of bank, waarbij je zelf een pensioenpot hebt opgebouwd (bijvoorbeeld als zelfstandige of via extra inleg). Hier is het vakantiegeld meestal al verwerkt in de maandelijkse uitkering. De verzekeraar berekent jouw jaaruitkering en deelt dat door 12 gelijke maandbedragen; je ontvangt geen apart vakantiegeld in mei, maar je maandbedrag is dus eigenlijk inclusief vakantiegeld.
  Voorbeeld: Als je een lijfrente-uitkering hebt via een bank of verzekeraar, krijg je elke maand hetzelfde bedrag en geen losse vakantiegeldbetaling. Je “vakantiegeld” ontvang je dus feitelijk verspreid over het hele jaar.

Let op: het is goed om te weten onder welke categorie jouw pensioen valt, zodat je weet waar je je vakantiegeld kunt verwachten. Twijfel je? Neem contact op met je pensioenuitvoerder voor duidelijkheid.

Hoe zit het met jouw individuele pensioen (bijvoorbeeld bij Vive)?

Niet iedereen heeft zijn pensioen via een ouderwets pensioenfonds. Steeds meer mensen hebben individuele pensioenpotjes of producten (denk aan ZZP’ers die zelf iets regelen, of moderne pensioenoplossingen). Bij Vive – waar je zelf inlegt en belegt voor je pensioen – beleg je naar eigen inzicht voor pensioen, maar kun je alleen beleggen voor je pensioen, niet een pensioenuitkering regelen. In dergelijke gevallen komt het woord “vakantiegeld” niet als aparte component voor. In plaats daarvan bepaal je bij uitkeringsfase (als je met pensioen gaat en je pot laat uitkeren) hoe je het geld wilt ontvangen. Je klopt dan aan bij verschillende banken of verzekeraars die pensioenuitkeringen doen en regelt de uitbetalingen met hen. Vaak kies je dan simpelweg voor maandelijkse uitkeringen van een bepaald bedrag over een bepaalde periode. Je vakantiegeld zit hierin inbegrepen, vergelijkbaar met de werkwijze van pensioenverzekeraars.

Het belangrijkste is: weet hoe jouw pensioenuitkering in elkaar zit. Als je via een ouderwets pensioenfonds loopt, lees hun informatie over vakantiegeld. Heb je een eigen pot of verzekeringsconstructie, besef dan dat je zelf voor je “vakantiebonus” moet zorgen indien gewenst.

Wat kun je nu doen?

Of je nu kiest voor een jaarlijkse uitbetaling van vakantiegeld of maandelijkse toevoegingen aan je pensioen, het is belangrijk te weten hoe het werkt en welke optie het beste bij jouw financiële planning past. Bij Vive (en onze pensioenpartners) helpen we je graag om jouw financiële toekomst zorgeloos en overzichtelijk te maken. Informeer bij je pensioenfonds of -verzekeraar hoe zij omgaan met vakantiegeld, zodat je precies weet wanneer en hoeveel je kunt verwachten. Daarna: geniet van je pensioen én je welverdiende vakanties!